Veilig overbruggen van hoogteverschillen - Verbeelding Bbl nieuwbouwart. 4.32
Dit artikel heeft betrekking op nieuwbouwartikel 4.32 die is opgenomen in paragraaf 4.32 van het Besluit bouwwerken leefomgeving en gaat in op de geleiderand van de hellingbaan toegelicht met een afbeelding.
Artikel 4.32
Toelichting op artikel 4.32
Een voorgeschreven hellingbaan moet aan de zijkant een aaneengesloten geleiderand hebben, met een vanaf de vloer van de hellingbaan gemeten hoogte van ten minste 0,04 m. Dit is nodig om te voorkomen dat een wiel van bijvoorbeeld een rolstoel of rollator naast de hellingbaan terecht komt, waardoor de rolstoel of rollator kan kantelen. Een geleiderand kan onderdeel zijn van een in artikel 4.20, derde lid, bedoelde afscheiding van een hellingbaan. Met andere woorden aan artikel 4.32 kan zowel voldaan worden met een vloerafscheiding als met een handrail of leuning. Voor zover er een in artikel 4.20 bedoelde vloerafscheiding is, en deze vloerafscheiding een doorlopende bovenregel heeft is met de minimale hoogte van die vloerafscheiding van 1 m ruimschoots voldaan aan de in dit artikel bedoelde minimale hoogte van 4 cm.
In het Bbl worden eisen gesteld aan onderwerpen als constructieve veiligheid, brandveiligheid en vluchtroutes. In dit onderdeel worden de belangrijkste onderwerpen rondom veiligheid besproken.