Thuisaccu's en regelgeving
Met het toenemend gebruik van thuisaccu's in combinatie met zonnepanelen voor particulieren en klein zakelijk gebruik is het goed om te weten welke regelgeving van toepassing is.
Met het toenemend gebruik van thuisaccu's in combinatie met zonnepanelen voor particulieren en klein zakelijk gebruik is het goed om te weten welke regelgeving van toepassing is.
Op 21 februari 2017 stemde de Tweede Kamer in met de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen. Even daarvoor stemden de volksvertegenwoordigers voor twee nagenoeg identieke, maar rammelende moties om de Wkb voorlopig niet op monumenten toe te passen. De Kamer sprak specifiek over rijksmonumenten, omdat de parlementariërs dachten dat ze niks mochten zeggen over toepassing van de Wkb op gemeentelijke en provinciale monumenten. Dat mochten en mogen ze wel en daarom legde de minister uit dat hij in de uitwerking alle (voor)beschermde monumenten zou betrekken.
Organisaties worden in toenemende mate verplicht om te rapporteren over duurzaamheidsaspecten, waaronder CO2-uitstoot, afvalstromen, (her)gebruik van materialen en energiegebruik. Diverse duurzaamheidscertificeringen kunnen helpen om de duurzaamheidsprestaties van een gebouw of bouwproduct gedetailleerd in kaart te brengen. De afkortingen vliegen je om de oren maar wat betekenen ze nou?
Huidige wetten, normen en praktijkrichtlijnen voor de bescherming tegen burengeluiden zijn verouderd. Ze stammen letterlijk uit een stenen tijdperk en zijn ongeschikt voor lichtere bouwconstructies zoals houtbouw. Het is de hoogste tijd voor aanpassing, in het belang van milieuvriendelijke, duurzame en gezonde gebouwen, voor nu en voor de toekomst.
Vloerafscheidingen bij raamopeningen van nieuw te bouwen woonfuncties moeten sinds Bouwbesluit 1992 minimaal 0,85 m hoog zijn. De prestatie-eis voor bestaande bouw is lager: minimaal 0,6 m hoog. Doel hierbij is te voorzien in een minimaal gewenste veiligheid, het zoveel mogelijk voorkomen van vallen van de vloer. De lagere eis voor bestaande bouw komt voort uit verworven rechten. Per 1 juli 2024 is daar verandering in gekomen voor huurwoningen.
Regels over de inrichting van ruimten en ventilatie voor horeca waren opgenomen in het Besluit eisen inrichtingen Drank- en Horecawet (Besluit DHW). Waarbij vermeld moet worden dat de ventilatie-eis nog uit de tijd stamt dat roken in horeca toegestaan en gebruikelijk was. Het Besluit DHW heeft plaatsgemaakt voor de Alcoholwet waarmee inrichtings- en ventilatie-eisen zijn komen te vervallen. Maar tijdens de COVID-19 pandemie zijn tijdelijk strengere regels gesteld aan ventilatie. Deze veranderingen hebben geleid tot aanpassingen in het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) per 1 juli 2024.
Nieuwbouwprojecten en bestaande bouw worden geconfronteerd met steeds strengere eisen op het gebied van energie- en milieuprestatie. Wat betekent dit voor monumenten? De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed geeft hiervoor richtlijnen, bedoeld voor gemeenten in hun rol als vergunningverlener. Door een uniforme afweging van duurzaamheidsingrepen in monumenten ontstaat er meer duidelijkheid voor de vergunningverleners maar ook voor de markt.
Op 24 april ontvingen zes bouwbedrijven voor het eerst een typegoedkeuring voor hun modulaire woningen, een mijlpaal. Opdrachtgevers, kwaliteitsborgers en gemeenten kunnen er nu op vertrouwen dat deze in de fabriek gebouwde woningen voldoen aan alle eisen van de bouwregelgeving. Daardoor hoeft straks niet meer elke woning, op elke nieuwe plek opnieuw en afzonderlijk beoordeeld te worden. En dat leidt tot versnelling van de procedures.
Een bouwplan bestaat uit een aantal eengezinswoningen en een appartementengebouw. De eengezinswoningen vallen onder gevolgklasse 1, het appartementengebouw niet. Moet dit bouwplan gesplitst worden in een Wkb-traject en een vergunningstraject? Of kan de bouwer er voor kiezen om een omgevingsvergunning voor bouwen voor het hele bouwplan aan te vragen? Met andere woorden: wie of wat bepaalt de omvang van een bouwactiviteit?
De Omgevingswet is alweer een half jaar een feit en traditiegetrouw verandert er per 1 juli weer het een en ander in de wetgeving. In dit online magazine van Bouwwetten zetten wij de wijzigingen overzichtelijk voor u op een rij. Wat verandert er precies? Wat betekent dit voor u? En welke wijzigingen kunnen we nog verwachten?
De Omgevingswet is alweer een half jaar een feit en traditiegetrouw verandert er per 1 juli weer het een en ander in de wetgeving. Ook voor het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) zijn er aanpassingen die ongetwijfeld invloed zullen hebben op uw dagelijkse werkzaamheden en projecten. In dit online magazine van Bouwwetten zetten wij de wijzigingen overzichtelijk voor u op een rij. Wat verandert er precies? Wat betekent dit voor u? En welke wijzigingen kunnen we nog verwachten?
Als een initiatiefnemer gaat bouwen dan moet er sinds 1 januari 2024 onder de Wkb een kwaliteitsborger worden ingeschakeld. Deze kijkt mee of het bouwwerk aan de technische regels voldoet en moet daarbij ook rekening houden met lokale risico's of lokale situaties.
Deze editie van Bouwkwaliteit in de Praktijk heeft als thema monumenten.
Waarschijnlijk verschijnt nog dit jaar een nieuwe editie van de NEN-EN 1838 - Toegepaste verlichtingstechniek - Noodverlichting. Edwin de Graaf, namens branchevereniging NVFN lid van de NEN-normcommissie Verlichting, licht een aantal opvallende wijzigingen toe.
Op 1 juli treden elk jaar verschillende wetswijzigingen in werking. In dit artikel zetten wij de wijzigingen voor u op een rij en geven inzicht welke wijzigingen nog in de pijplijn zitten.
Het Bbl stelt regels aan daglichttoetreding in gebouwen, de equivalente daglichtoppervlakte. In september 2022 heeft het ministerie van BZK de nieuwe regels en bepalingsmethode voor daglichttoetreding voor nieuwbouw aangekondigd. Waarmee aansluiting wordt gevonden met de Europese bepalingsmethode. De inwerkingtreding van deze nieuwe regels vindt niet eerder plaats dan 1 januari 2026. Het ministerie neemt daarover in 2025 een beslissing.
De toepassing van CLT (Cross Laminated Timber) in bouwconstructies neemt de laatste jaren snel toe. Passende regelgeving voor CLT ontbreekt echter en documentatie hierover is nog maar mondjesmaat beschikbaar. Daardoor stuit bouwtoezicht bij het beoordelen en goedkeuren van CLT-constructies op problemen. Gelukkig is er een Richtlijn Toepassing Bouwconstructies in CLT die een eenduidig toetsingskader bij het beoordelen van bouwconstructies in CLT biedt.
Met ingang van 1 juli 2025 wordt de wettelijke lat voor de duurzaamheid van nieuwe bouwwerken hoger gelegd. Concreet betekent dit dat de eisen aan de Milieuprestatie Gebouwen (MPG) verder worden aangescherpt en uitgebreid. Dit staat in het ontwerpbesluit dat minister Hugo de Jonge van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties op 21 juni 2024 aanbood aan de Tweede Kamer.
Vanaf 2030 moeten alle nieuwe gebouwen voldoen aan de norm zero-emission building (ZEB). Dat betekent dat nieuwe gebouwen geen koolstofemissies meer mogen hebben uit fossiele brandstoffen. Voor publieke nieuwe gebouwen gaat deze verplichting al in vanaf 2028. Dit volgt uit de vierde herziening van de Energy Performance of Buildings Directive (EPBD IV). In dit artikel gaan we gaan in op deze richtlijn.
In de praktijk blijkt dat de uitvoeringsrisico's van mortelschroefpalen in veel gevallen niet worden onderkend. In dit artikel besteed Keimpe Stroop, kwaliteitsborger en directeur van gBOU, aandacht aan de kwaliteitsborging van in de grond gevormde palen en verteld over zijn praktijkervaringen