Verduisterde ruimte - Verbeelding Bouwbesluit art. 6.5
Dit artikel stelt een eis aan ruimten voor meer dan 50 personen waarin het gebruikelijk is om de normale verlichting te reduceren of uit te schakelen (bijvoorbeeld theaters en bioscopen).
Dit artikel stelt een eis aan ruimten voor meer dan 50 personen waarin het gebruikelijk is om de normale verlichting te reduceren of uit te schakelen (bijvoorbeeld theaters en bioscopen).
Om ook veilig te kunnen vluchten wanneer de elektriciteit uitvalt, moet bij risicovolle situaties de verlichtingsinstallatie op een voorziening voor noodstroom zijn aangesloten (noodverlichting).
Dit artikel regelt de aanwezigheid van een verlichtingsinstallatie en de vereiste verlichtingssterkte. Vanuit een oogpunt van gebruiksveiligheid (veilig vluchten) is in het algemeen een op de vloer (voor personen bestemde vloer of hellingbaanvloer) of het tredevlak (bovenzijde van een traptrede) gemeten verlichtingssterkte van 1 lux voldoende.
Volgens artikel 4.27, lid 3 van Bouwbesluit 2012 moet bij een toegang van een woning een zogenaamd '20 mm-detail' worden gemaakt in verband met de toegankelijkheid van de woning. Mag deze toegang ook de achterdeur van de woning zijn?
Art. 4.27 van het Bouwbesluit 2012 geeft aan dat een rolstoelgebruiker zelfstandig een woning moet kunnen binnengaan. In verband met hoogteverschillen wordt de woning aan de achterzijde toegankelijk gemaakt voor rolstoelers. Men moet echter eerst door een nevenruimte (in dit geval een garage). Mag de toegankelijkheid van de woning voor rolstoelgebruikers door een garage lopen?
Een kantoorgebouw wordt getransformeerd tot een woongebouw. De aanpak voor toetsing aan het Bouwbesluit lijkt dan eenvoudig: eerst vindt de gebruiksfunctiewijziging plaats, daarna de bouwactiviteiten. Voor het bestaande, ongewijzigde deel gelden de voorschriften voor bestaande bouw. Voor alles wat wijzigt gelden de verbouwvoorschriften. Dan zijn we er echter nog niet. Want ergens in dat proces vinden ook allerlei andere wijzigingen plaats. Bijvoorbeeld de wijziging van verblijfsgebieden. Wijziging van een verblijfsgebied heeft consequenties voor toetsing aan onder meer de voorschriften voor daglicht en ventilatie. Hoe moet zo'n wijziging bij transformatie worden beoordeeld?
In dit artikel leest u meer over hinder bij beweegbare constructieonderdelen toegelicht met afbeeldingen.
De omhullende constructie van een gebruiksfunctie laat van nature een zekere mate van lucht door. Het doel van dit artikel is te bereiken dat deze luchtdoorlatendheid zo wordt beperkt, dat er ook bij sterke wind, slechts een beperkte mate van warmteverlies ten gevolge van tocht optreedt. De eis aan de beperking van de luchtdoorlatendheid is evenals de eis aan de thermische isolatie (artikel 5.3), een vangneteis bij gebruiksfuncties waarvoor een EPC-eis geldt.
In dit artikel is aangegeven wanneer een gebruiksfunctie een integraal toegankelijke toilet- of badruimte moet hebben. Iedere integraal toegankelijke toilet- en/of badruimte moet in een toegankelijkheidssector liggen. Dit volgt uit de begripsbepalingen in artikel 1.1, een integraal toegankelijke toiletruimte is een toiletruimte in een toegankelijkheidssector. Voor de integraal toegankelijke badruimte geldt een soortgelijke definitie.
Met dit voorschrift is een landelijk geharmoniseerde systematiek tot stand gekomen waardoor er geen directe behoefte meer is om in relatie tot gebouwprestaties materiaalvoorkeuren uit te spreken, noch op inhoudelijke gronden een voorkeur uit te spreken voor de diverse (reken)systemen.