Beperking van galm
Het beperken van geluidsoverlast in een woning vanuit een besloten gemeenschappelijke verkeersruimte.
Het beperken van geluidsoverlast in een woning vanuit een besloten gemeenschappelijke verkeersruimte.
Wat is de impact van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen voor Bouw- & Woningtoezicht? Met deze titel trok de workshop van Jeroen Bunschoten van adviesbureau Senze tijdens het Jaarcongres van de Vereniging BWT Nederland natuurlijk een volle zaal. De cijfers zijn hard: de Gevolgklassen 0 en 1 leiden tot het wegvallen van 15 tot 20 procent van de uren voor plantoetsing en 20 tot 30 procent van de uren voor bouwtoezicht. En de inkomsten van leges vallen ook gedeeltelijk weg bij deze gevolgklassen. Tijd dus voor een andere rol van BWT!
Op 14 mei 2019 heeft de Eerste Kamer ingestemd met de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb). Na jaren van (politieke) discussie en lobby is er zekerheid over de komst van een ingrijpende stelselwijziging in de bouw. Inmiddels is ook alle lagere regelgeving uitgewerkt en zijn er nadere afspraken gemaakt over de uitvoering van de wet. De wetswijziging treedt gelijktijdig met de invoering van de Omgevingswet in werking, naar verwachting nog steeds op 1 januari 2024.
Het doel van dit onderdeel van de Bbl is het beperken van de milieudruk als gevolg van het bouwen en tijdens de levensduur van woonfuncties en grotere kantoorgebouwen.
De Omgevingswet kent zes kerninstrumenten. De instrumenten zijn in beginsel gelijk voor alle domeinen van de fysieke leefomgeving en voor alle bestuurslagen. Wel vloeien uit de staatsinrichting beperkingen voort voor de toepassing van de instrumenten.
Een van de kernbegrippen in de Omgevingswet is de 'fysieke leefomgeving'. Dit begrip bepaalt de werkingssfeer van de Omgevingswet.
Duurzaam, energiezuinig, circulair, klimaatadaptief en natuurinclusief bouwen krijgen een steeds grotere rol in de huidige bouwmethodieken en materialen. Maar welke gevolgen heeft dit voor de brandveiligheid? Het Nederlands Instituut Publieke Veiligheid (NIPV) heeft op 26 september een onderzoek naar de invloed van duurzaam, energiezuinig en circulair bouwen op de brandveiligheid van gebouwen uitgebracht. In dit artikel aandacht voor de belangrijkste conclusies.
Dit artikel gaat in op nieuwbouwartikel 4.100 dat is opgenomen in paragraaf 4.2.16 van het Besluit bouwwerken leefomgeving. Daaarin wordt inbraakwerendheid behandeld.
Op 1 januari 2024 wordt de Omgevingswet van kracht. Deze wet brengt nogal wat veranderingen teweeg voor gemeenten en hun uitvoeringspartners. Gemeenten buigen zich de komende tijd onder andere over hun huidige kerntaken en overwegen of ze deze nog moeten uitvoeren. En zo ja; in welke mate en met welke diepgang? Op welke manier en door wie? Dat geldt ook voor het gemeentelijk toezicht op bestaande bouwwerken.
In deze editie staat betonbouw centraal.
Het Besluit activiteiten leefomgeving stelt algemene, rechtstreeks werkende rijksregels over activiteiten in de fysieke leefomgeving gericht op burgers, bedrijven en overheden in de hoedanigheid van initiatiefnemer. Het gaat daarbij vooral om milieubelastende activiteiten (mba's) en lozingsactiviteiten.
In dit artikel leest u meer over de wering van vocht van buiten toegelicht met afbeeldingen.
In dit artikel leest u meer over daglichtoppervlakte toegelicht met afbeeldingen.
In dit artikel leest u meer over het brandgevaarlijk dak toegelicht met afbeeldingen.
In dit artikel leest u meer over de omvang subBC en BsubBC toegelicht met een afbeeldingen.
Dit artikel stelt eisen aan de brandveiligheid van stands, kramen, schappen, podia en daarmee vergelijkbare inrichtingselementen.
Wij gaan onze huidige woning slopen en een nieuwe woning terugbouwen op hetzelfde perceel. Mogen wij de nieuwe woning laten aansluiten op de bestaande gasaansluiting?
In dit artikel leest u meer over de bereikbaarheid van gebouwen voor personen met een functiebeperking toegelicht met afbeeldingen.
Openingen in inwendige scheidingsconstructies tussen een brand- of subbrandcompartiment en een buiten dat compartiment gelegen ruimte zouden de weerstand van zo'n constructie tegen branduitbreiding of rookdoorgang tenietdoen. Daarmee zou ook niet meer worden voldaan aan de weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag tussen de betreffende ruimten.
Met het gebruik van het begrip 'droge blusleiding' in dit artikel wordt niet beoogd een natte blusleiding te verbieden maar om te regelen dat er minimaal een blusleiding moet zijn die ten minste voldoet aan de gestelde eisen voor een droge blusleiding.